[PDF] 25 jaar internet in Nederland De fascinerende herinneringen van de





Previous PDF Next PDF



An Analysis Of Security Incidents On The Internet 1989

7 апр. 1997 г. 1989 to 1995. Prior to this research our knowledge of ... The analysis concludes with recommendations for Internet users





An Analysis of Security Incidents on the Internet 1989-1995

7 янв. 2023 г. ... 1989-1995. Contract or Grant Number. Program Element ... Internet security and to gather and distribute information about Internet security. .



PROCEEDINGS OF THE THIRTEENTH INTERNET ENGINEERING

4 мая 1989 г. The Thirteenth. IETF Meeting was held at the Cocoa Beach. Hilton and Towers at Cocoa Beach Florida on April 11-14



Network Working Group Internet Activities Board Request for

Internet Activities Board. Request for Comments: 1087. January 1989. Ethics and the Internet. Status of this Memo. This memo is a statement of policy by the 



Proceedings of the Twelfth Internet Engineering Task Force January

27 сент. 1988 г. INTERNET-DRAFTS WILL CONTAIN DRAFT DOCUMENTS. FOR THE INTERNET COMMUNITY ... i0 1989. Phill will also make the document available in the ...



Network Working Group Internet Activities Board Request for

April 1989. Obsoletes: RFC 1083. IAB OFFICIAL PROTOCOL STANDARDS. Status of This memo describes the state of standardization of protocols used in the Internet ...



Proceedings of the Fourteenth Internet Engineering Task Force July

Internet Engineering Task Force. July 25-28 1989. Stanford University



The Internet Worm Incident

Spafford Eugene H.



Proceedings of the 1989 ACM/IEEE conference on Supercomputing

In 1989 e-mail excha.nge service a.mong ma.in- frames was started however Internet Engineering Task Force



An Analysis Of Security Incidents On The Internet 1989

7 Apr 1997 Estimates of Total Internet Incident Activity.. Chapter 13. The Utility of the Taxonomy of Computer and Network Attacks. ?. Chapter 14.



PROCEEDINGS OF THE THIRTEENTH INTERNET ENGINEERING

4 May 1989 INTERNET ENGINEERING. TASK FORCE. APRIL 11-14 1989. COCOA BEACH



1989 The World Wide Web

1989. The World Wide Web. 2000–2020. Cloud Computing and the Smart Phone The Internet is a global network that connects computers and computer networks.



years since the Children Act 1989 & the birth of the World Wide Web

9 Sept 2019 The internet has radically changed the ... first introduced in 1989 and ratified by the UK in 1991. The UNCRC is a.





25 jaar internet in Nederland De fascinerende herinneringen van de

1989. Oprichting Stichting NLnet door vereniging NLUUG. Aanvang NLnet Internet Servicevoorziening. 1994. Oprichting NLnet Holding BV met vier dochters:.



The web at 30

But in 1989



Analysis of Klobuchar-Warner-McCain Internet Ads Legislation (S

2 Nov 2017 Internet Ads Legislation (S. 19891 115th Cong.) So-Called “Honest Ads Act” Is Dishonest About Its Effects. Eric Wang



D:Documents and SettingsghalesMy Documentsinternete

ECONOMIC ISSUES. QUANTIFYING CAUSES OF INJURY TO U.S. INDUSTRIES. COMPETING WITH UNFAIRLY TRADED IMPORTS: 1989 to 1994 by. Kenneth H. Kelly.



Information Management: A Proposal

10 Mar 1989 March 1989 May 1990. This proposal concerns the management of general ... multiply connected “web” whose interconnections evolve with time.

25 jaar internet in Nederland

De fascinerende herinneringen van de Nederlandse

pioniers die Amsterdam tot centrum van het

Europese internet maakten.

Peter Olsthoorn

2

25 jaar internet in Nederland

De fascinerende herinneringen van de Nederlandse

pioniers die Amsterdam tot centrum van het

Europese internet maakte

Onderzoek en productie: Peter Olsthoorn

Fotografie:

Frank Groeiliken

Eindredactie:

Jeanine van Ooijen

Opdrachtgever:

Amsterdam Economisch Board, Ger Baron

De opdracht werd verstrekt als onafhankelijk uit te voeren onderzoek en verslaglegging. Tijdens het More-IP congres van 21 mei 2014 is het onderzoek naar de geschiedenis van internet in en rond

Amsterdam aan het publiek

gepresenteerd door burgemeester Eberhard van der Laan. Het congres werd gehouden ter gelegenheid van 20 jaar Amsterdam Internet Exchange.

Het was daarmee het derde internetjubileum op rij dat Amsterdam vierde binnen één jaar: ook 25 jaar

internetconnectie in november 2013 en 20 jaar De Digitale Stad in februari 2014. Deze drie wapenfeiten

vormden de aanleiding voor onderliggende publicatie. Op de uitkomst is een Creative Commons licentie van toepassing: hergebruik is toegestaan met voorafgaande naamsvermelding van de auteur/fotograaf, en niet voor commerciële doeleinden en zonder aantasting van vorm en context. 3

Inhoudsopgave

Inleiding op boekwerk 5

Deel 1: Aartsvaders (m/v) en Fundamenten 7

Wat technische uitleg 7

Tijdlijn NLnet 8

Inleiding 1: 25 jaar internet met het CWI, EUnet en NLnet 9

Inleiding 2 EUnet van publiek naar privaat 13

Europese knooppuntkoning: Teus Hagen 16

De Echte Pionier: Ted Lindgreen 28

Betrouwbare leidsman Europa in: Rob Blokzijl 40

Echt eerste internet: Eric Luiijf 49

CWI en SIDN organist: Piet Beertema 62

Stille werker: Jaap Akkerhuis 80

Sympthieke Duitse immigrant: Daniel Karrenberg 71

Vrouwelijk vernuft: Frances Brazier 86

Ondernemende chef: Dick Bulterman 95

Fantasierijke Britse Amsterdammer: Steven Pemberton 103

Ware wetenschapper woog www: Walter Hoogland 114

Deel 2: Surfnet en Ams-Ix 122

Tijdlijn Surfnet 123

Inleiding 3 - Het dubbelspel van Surfnet 126

Surfnet en SIDN beste bouwer: Boudewijn Nederkoorn 131

Surfnet en Ebone klasbak: Kees Neggers 142

Internets beste: Erik Huizer 152

Surfnets eminent technicus: Erik-Jan Bos 161

Ams-Ix wereldveroveraar: Job Witteman 174

Ams-Ix technologiebaken: Henk Steenman 186

Deel 3:

De Digitale Stad, providers en 'gratis toegang' 198 Inleiding 4: 1994-1999 de verbeelding aan de macht 199 Inleiding 5: Den Haag negeerde grassroots in Amsterdam 201 Inleiding 6: DDS Amsterdam koos voor de gemeenschap 203

Creatieve DDS- en Waagmaker: Marleen Stikker 208

Oprechtste activist: Geert Lovink 221

Online geweten: Rop Gonggrijp 233

Aimabele Xs4all pilaar: Cor Bosman 244

Euronets energiekste: Arko van Brakel 255

Planet Internet waterval: Michiel Frackers 270

KPN en ING doorzetter: Ron van Kemenade 283

World Online topvrouw: Nina Brink 294

4

ING en Freeler genieter: Marque Joosten 296

Tele2 en Zonnet nucherheid: Gert Post 307

Kabelkeizer UPC: Manuel Kohnstamm 317

Mondiale hosting durfals: Con Zwinkels en Laurens Rosenthal 329 Silicon Valley cloud in Amsterdam: Michael van den Assem Interxion 340

Mobiele revolutiemaker: Vincent Everts 348

Deel 4: Pionieren en vernieuwen voor de inhoud van internet 362 Koningin van de vrije meningsuiting: Karin Spaink 363

Vpro en kunst durfal: Bruno Felix 373

Booking.com succesbouwer: Geert-Jan Bruinsma 386

Rabobank voorop: Bart Bakker en Vincent Lokin 400

Lost Boys enthousiasme: Michiel Mol 412

Marktplaats vernuft: Rene van Mullem, Robin Schuil, Bob en Frank Crebas 423

Voorloper pers en PCM: Ren de Vree 444

Intelligentie bij KPN en Sanoma: Michiel Buitelaar 456 Sanoma- en porna stoeipoes: Liesbet Zikkenheimer 469

Verrassende RTL-voorman: Arno Otto 478

Ondernemerschap: Boris Veldhuijzen van Zanten 488

E-commerce en opleiding statuur: Bas Verhart 497

Investeren, hype en schoolsucces: Maurice de Hond 507

Marketing, hype en humor: Bob Stumpel 518

Creatieve sector muze: Antoinette Hoes 528

Topcreativiteit: Dick Buschman en Mervyn ten Dam 537

Facebook frisheid : Arno Lubrun 550

Amsterdams toegewijd bestuur: Carolien Gehrels 564 5

Inleiding op boekwerk

Zondag 17 november 2013 had Nederland officieel 25 jaar een verbinding met het oorspronkelijk louter Amerikaanse internet. De echte eerste verbinding was toen echter al gesmeed, via een Nato-vestiging in Den Haag. Dat is één van de aardige uitkomsten van het onderzoek naar de geschiedenis van internet in

Nederland. Het belangrijkste feit, bovendien de aanleiding voor dit project, is daarmee rechtgezet. Dus

beweren we voortaan: de eerste civiele verbinding van Europa met het Amerikaanse internet verliep via

het CWI in Amsterdam vanaf november 1988. Al werd ook daarvoor het eigenlijke fundament jaren eerder gelegd, in 1982. Een geslaagd huwelijk van technologie en wetenschap. Dat lag ten grondslag aan de voortrekkersrol van Nederland met de verbreiding van het internet in Europa in de periode 1982-1993. Net als in de Verenigde Staten met de ontdekking en eerste toepassing van internet leidden bewuste stappen en toevalligheden tot succes.

Waar de

geschiedenis van de totstandkoming van internet in de VS er een was van wetenschappelijk onderzoek en technische doorbraken, was dat in Nederland nauwelijks het geval. We spreken over een ander niveau van vernieuwing.

Toch vond hier in de periode 1982-1993 wel innovatie plaats dankzij krachtig pionierschap. Middenin die

periode valt het moment dat in Amsterdam de lijn open ging naar het internet in de Verenigde Staten: 17

november 1988. Bepaald geen groots moment, want de lijn lag er en het was een kwestie van toestemming. Sterker nog, de netwerkverbindingen met de VS waren er al vanaf 1982, maar nog niet via internetstandaarden. Gedurende de hele periode 1982-1992 was een stel Nederlanders heftig aan het pionieren met datacommunicatie. Belangeloos, alles voor de technologie.

Hun beloning, ook in latere jaren, lag in het succes en in mooie reizen naar de vele bijeenkomsten over

de hele wereld. Hoe virtueel hun netwerken ook, fysieke bijeenkomsten waren altijd van het grootste belang om vooruitgang te boeken. Zoals met beheer en standaardisatie van internet waarover Netkwesties eerder een uitgebreide serie schreef. We presenteren de geschiedenis nu in zestig inleidingen en vijftig uitgebreide interviews met prachtige fotografie. Het wegen van de bijdragen van eenieder aan het Nederlandse internet is niet eenvoudig. Wie zijn nu de echte 'aartsvaders' en 'aartsmoeders' van het Nederlandse - en Europese - internet? Hoe innovatief waren ze en hoeveel opofferingen getroosten ze zich? Het staat buiten kijf voor bijvoorbeeld Teus Hagen, voorman van de Unix gebruikersgroep (NLUUG) die in 1982 in Parijs het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) op het Science Park in Amsterdam naar voren schoof als centrum voor het eerste Europese netwerk voor e-mail en Usenet (nieuwsgroepen). En ook voor Ted Lindgreen, de grote man achter NLnet dat het Nederlandse bedrijfsleven het eerst online bracht, die ondermeer eigenhandig de infrastructuur van de NS bespeelde om een landelijk netwerk voor internettoegang te bieden.

Of wat te denken van Erik Huizer, die als student experimenteerde met internet, later Surfnet de eerste

schreden richting internet liet zetten, een eerste Europees internetcongres organiseerde en een grote

bijdrage leverde aan het beheer en standaardisatie van internet. Of Kees Neggers, de man die Nederland met Surfnet tot voorloper maakte in netwerken voor de wetenschap en zelf in 1992 met het netwerk Ebone de doorbraak voor internet forceerde. Daniel Karrenberg en Steven Pemberton, vanuit Duitsland en Engeland naar het CWI gekomen met

Europese activiteiten. Of de belangrijkste eerste gebruiker Rob Blokzijl bij natuurkunde-instituut Nikhef

en medeoprichter van de Amsterdam Internet Exchange. En netwerk- en .nl-domeinbeheerder Piet

Beertema van het CWI uiteraard.

6 En vergeet niet het pionieren van Rop Gonggrijp en Cor Bosman, Boudewijn Nederkoorn en Erik-Jan Bos, Jaap Akkerhuis, Frances Brazier en Dick Bulterman, Simon Cavendish en Arko van Brakel, Marleen Stikker en Geert Lovink, Job Witteman en Henk Steenman, Bruno Felix, Geert-Jan Bruinsma en Michiel Mol, Con Zwinkels en Laurens Rosenthal. Of neem de verrassende verhalen van Arno Otto (RTL), Geert-Jan Bruinsma (Booking.com), Bob Stumpel, Marktplaats-programmeurs René van Mullem en Robin Schuil, de Rabobank, Michiel Buitelaar en Erik Huizer. Of neem de soms spannende interviews met Karin Spaink, Marleen Stikker (DDS/De Waag), Manuel Kohnstamm (UPC), Kees Neggers en Boudewijn Nederkoorn (Surfnet) en Vincent

Everts.

Alle geïnterviewden namen echt de tijd om belangrijke geschiedenis uit hun geheugen te vissen, wat

leidde tot geanimeerde gesprekken met veel stof. De omvang van het werk werd veel groter dan contractueel voorzien, maar het was leuk en hoofdzakelijk boeiend.

Nadelen zijn er ook: de nodige doublures; vaak technische, soms moeilijk te begrijpen details met vele

namen en verbanden; te lang uitgesponnen herinneringen; stijl- en vooral tikfoutjes. Ook vonden

vraaggesprekken plaats van half 2013 tot halverwege 2014, en veroudering is het gevolg. Zo schreef ik

eerder al in online verslaglegging hiervan dat het vreemd was dat in de internationale

Internet Hall of

Fame wel Neggers, Karrenberg en Hagen waren opgenomen, maar Erik Huizer niet. Inmiddels maakt hij er deel van uit. U moet en mag het ermee doen. De pretentie compleet te zijn heeft dit werk geenszins. De selectie is voor een deel arbitrair. Zo ontbreken bijvoorbeeld nu nog

Adam Curry, de vermaarde professor Andy

Tanenbaum en Wytze van der Raay die veel deed voor stichting NLnet. Netkwesties, vanuit welke titel dit werk is gedaan, beschreef eerder geschiedenis, zoals met tien jaar Wanadoo/Euronet en tien jaar tien jaar De Digitale Stad. Ook maakten we een serie voor het SIDN (.nl beheerder) over het bestuur en financiering van internet' onder de titel

De Staat van het Internet 2011,

met sleutelfiguren zoals Olaf Kolkman De belangrijkste omissie in de onderliggende geschiedschrijving betreft de fraudegeschiedenis van KPNQwest. Die is op Netkwesties vanaf 2003 uitvoerig aan de orde gekomen, met als slot de schikking.

Dit alles kreeg in de pers veel minder aandacht dan het echec van World Online. Een interview over dit

laatste bedrijf was niet mogelijk, maar we konden wel terugblikken met een nooit onthulde rechtszaak.

Dit boekwerk is ook geen eindpunt, maar een terugblik vanuit een tijd met een eigen waardering van

een verleden. Dus is deze geschiedschrijving ook getekend door de actualiteit. We vroegen veel van de

pioniers wat ze vinden van de grote spionagekwestie die speelde in 2013 en 2014, waarbij de 'gigantische mogelijkheden' van het internet die geïnterviewden hielpen creëren en/of opbouwen schaduwzijden openbaarden. En natuurlijk vroegen we hen naar een toekomstvisie. 7

Deel 1: Aartsvaders (m/v) en Fundamenten

Wat technische uitleg

De Staat verzelfstandigde het nationale telecom- en postbedrijf PTT in 1989, waarna het Koninklijke PTT Nederland (KPN) heette, met PTT Telecom als dochter. Voor telecom raakte meer en meer KPN als naam in zwang. Deze naam werd officieel na de afsplitsing van TNT Post in 1998. PTT en KPN worden in de interviews door elkaar gebruikt. Dan iets over de lagen datacommunicatie en de verschillende netwerken en namen: De onderste laag, zoals dat heet, is de fysieke infrastructuur. Dat waren in de jaren tachtig louter de koperen telefoonnetten. Je kon dan via een kieslijn met een modem inbellen. Je betaalde telefoontikken per minuut, soms wel 5 gulden per minuut naar de VS. Je kon later ook een verbinding huren als vaste lijn. Je betaalde geen telefoontikken meer, maar een

vast bedrag per maand. Die lijn had een beginsnelheid van 1.200 bits per seconde, later oplopend naar

9.600, 64.000 of 64 Kilobit en uiteindelijk 2 miljoen bits (2 megabit).

Speciaal voor datatransport kon een deel van het kopernet worden opgewaardeerd met apparatuur. De PTT's hanteerden X.25 als standaard. PTT exploiteerde Datanet1 als openbaar X.25 netwerk. Je kon ook, bijvoorbeeld voor een banken- of industrienetwerk, over de PTT-lijnen met eigen apparatuur je eigen X.25 netwerk bouwen. Het alternatief voor X.25 was een netwerk met routers gebaseerd op het TCP/IP protocol. Dat kennen we als 'het internet'. Je kon internet toepassen in het openbaar, maar ook in besloten netwerken. Binnen een terrein, gebouw of campus werd in plaats van X.25 ook Ethernet veel gebruikt als transportmiddel. Ethernet was zeer geschikt voor internetverkeer.

Voor een datatransportnet kun je in principe verschillende protocollen gebruiken, formats of enveloppen

voor verkeer. Behalve TCP/IP (internet) ook Earn (IBM-verkeer) of Decnet (van Digital). In de interviews komen de volgende netwerken voor:

EUnet (1982): het netwerk van dataverbindingen, eerst met inbellen, later met huurlijnen, opgezet door

gebruikers van Unix computersystemen. Eerst met een eigen standaard UUCP, later TCP/IP of internet. NLnet, het Nederlandse deel ervan, sinds 1986 zo genoemd en vanaf 1989 de eerste internetprovider van Nederland, vooral voor instellingen en bedrijven

X.25 van PTT (Datanet1);

X.25 specifiek voor Surfnet;

IXI, het X.25 Europese backbone net voor de koppeling van de nationale researchnetwerken: X.25 was onderdeel van Osi (Open Systems Interconnection), een geheel van protocollen voor datatransport. 8 Tot de Osi-familie behoorden ook de standaarden X.400 (mail), X.500 (adresbestanden) en FTAM (bestandoverdracht) Cosine (1987) was een Europees Eureka project om een op OSI gebaseerde research netwerk infrastructuur tot stand te brengen. Internetstandaarden waren er voor e-mail, Newsgroups oftewel Usenet, ook wel 'het nieuws' genoemd. Gopher was een voorloper van World Wide Web voor toegang via internet tot openbare databanken zoals bibliotheken. Surfnet (1988) is het wetenschappelijk netwerk in Nederland. Ebone (1992), eerste Europese op TCP/IP of internet gebaseerd backbone netwerk voor zowel academisch als commercieel gebruik. Dante (1994) de door Europese nationale wetenschapsnetwerken opgezette werkmaatschappij voor de onderlinge koppeling van hun netwerken.

Tijdlijn NLnet

1982
Europees Unix netwerk (EUnet) gepresenteerd tijdens de European Unix Users Group (EUUG) bijeenkomst in Parijs 1986
Oprichting NLnet door Nederlandse Unix User Group (NLUUG), voor koppeling van wetenschappelijke - en onderzoeksinstellingen in een datanet 1989

Oprichting Stichting NLnet door vereniging NLUUG

Aanvang NLnet Internet Servicevoorziening

1994

Oprichting NLnet Holding BV met vier dochters:

NLnet Services BV

NLnet Development BV

NLnet Services Amsterdam

(de laatste voor particulieren, later InterNLnet, eigendom van de Radboud Universiteit Nijmegen,

BBned/telecom Italia, Tele2)

NLnet voorspelt binnen enkele jaren 'miljoenen' internetters in Nederland. PTT kan de groei van NLnet niet bijhouden met levering van lijnen, volgens NLnet een bewuste vertraging. NLnet biedt Euronet internationale internetverbinding, waarover na twee jaar onenigheid ontstaat 9

1995-1996 Bouw eerste landelijke internet infrastructuur op kabels van de spoorwegen, eerste netwerk met

landelijke dekking voor inbellen tegen lokaal tarief. Een aantal providers kiest voor verbindingen voor NLnet. 1996
Overeenkomst met Casema voor glasvezel backbone tussen Den Haag en Zoetermeer Internationale verbinding breidt in enkele maanden uit van 4Mb/s naar 12 Mb/s naar 34 Mb/s 1997
NLNet en Deutsche Telekom kondigen project aan voor IP-telefonie, met 500 zakelijke en particuliere klanten. Komt niet van de grond. NLnet BV aan UUNET verkocht met een aandelenruil (september); UUnet zelf was net voor 2 miljard dollar gekocht door MFS (1996) dat eigendom werd van WorldCom voor 12 miljard (januari 1997) even later gefuseerd met MCI voor 37 miljard (november 1997); 1999

Oprichting NLnet Labs BV, in 2000 actief

2002
Bankroet WorldCom na enorme koersschommelingen en - manipulatie; latere overname boedel door Verizon (Business), ook in Nederland actief. Inleiding 1: 25 jaar internet met het CWI, EUnet en NLnet

Inleiding 1:

Europees internet begon in feite in 1982

De 17e november 1988 is officieel de dag dat Europa de eerste aansluiting op internet kreeg. Plaats delict: het Centrum voor Wiskunde & Informatica in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Dat is het simpele feit, te simpel blijkt. Want, niet enkel volgde er een internetrevolutie, er ging ook het nodige aan vooraf. Pioniers zoals Teus Hagen, Ted Lindgreen, Daniel Karrenberg, Rob Blokzijl en Piet Beertema en anderen droegen deze belangwekkende Amsterdamse geschiedenis.

'This is to let you know that we have changed the status of this network to connected.' Deze mededeling

kreeg Piet Beertema van het CWI in zijn postbus om 8:28 uur (Oost-Amerikaanse tijd), 14.28 uur in

Nederland. Afzender: Rick Adams van het 'seismo', het Center for Seismic Studies in Northern Virginia.

Krap 10 jaar later werd Adams steenrijk van de verkoop van de eerste Amerikaanse commerciële internetprovider. Beertema en collega's niet. De statusmededeling aan Beertema ging de jonge geschiedenis in als eerste e-mail tussen Europa en de VS. Klopt niets van. "Dat is echt een broodje aap-verhaal. We hadden al zes of zeven jaar e-mail. Het is vechten tegen de bierkaai om dat verhaal te ontzenuwen", beaamt Beertema. Het was wel de eerste directe Europese connectie met internet. Al sinds 1982 konden bedrijven en universiteiten op het Europese netwerk van Unix-computers, EUnet genaamd, communiceren met de 10 eerste vormen van het internet in de VS. Mailen, discussies voeren en bestanden uitwisselen met internet was voor 1988 al zes jaar mogelijk.

Aantrekkingskracht Amsterdam

Op die 17e november 1988 had Europa zelf nog weinig internet. De verbonden computers hier draaiden allemaal op het momenteel weinig meer gebruikte Unix besturingssysteem, een voorloper van Linux. Ze waren volgens een andere standaard verbonden en niet via TCP/IP van internet. Tot 17 november stuurde het CWI alle Europese verkeer indirect naar de geadresseerde uit met het

Arpanet en NSFnet (de twee netten van internet). Het seismologisch instituut in de VS vormde de poort

die daar het verkeer routeerde over die netten. En ook weer terug. Vanaf 17 november konden Europeanen en Amerikanen direct mail en bestanden uitwisselen. Binnen

Europa bleef de technologie van Unix-netwerken net als voorheen in gebruik. Met internet (TCP/IP) ging

het er weer uit naar Amerika. Daarnaast was het Amerikaanse UUCP-netwerk heel uitgebreid, want ook

daar kreeg lang niet ieder toegang tot NSFnet of Arpanet. "We zijn nog heel lang ook UUCP over de lijn

naar de VS blijven draaien", aldus Beertema. Oftewel: de komst van internet kwam in fases. Net als in

de VS trouwens. Om het nog ingewikkelder te maken: er waren in Europa wel al TCP/IP of internetverbindingen. Zelfs tussen de VS en Europa. De universiteit van Kent had zo'n verbinding en de Nato in Den Haag. De Russen en Amerikanen communiceerden gedurende de Koude Oorlog over internet, onder meer met meetapparatuur voor controle op kernproeven. "Officieel waren er geen contacten, maar het verkeer tussen beide landen ging onder andere via Amsterdam volgens het internetprotocol", weet Jaap Akkerhuis. Hij was een collega van Beertema die netwerken optuigde. Dat waren echter geen van alle open verbindingen; op 17 november 1988 kreeg Europa de eerste directe open verbinding met internet. Omdat er aan de communicatie weinig veranderde, keek niemand er echt van op. In 1988 ging Akkerhuis naar de VS om zijn netwerkkennis in te zetten. De jaren daarvoor togen buitenlanders naar het CWI in Amsterdam, omdat dit reeds het centrum van Europese datanetwerken was. De bekendste van die buitenlanders is Daniel Karrenberg, de Duitser die is opgenomen in de Internet Hall of Fame, de eregalerij van belangrijke internetpioniers. 'Oorsprong internet niet militair' Karrenberg zette met Rob Blokzijl van het natuurkunde-instituut Nikhef op het Amsterdamse Science De beide pioniers willen het beeld van de steeds verkondigde oorsprong van internet corrigeren. "Telkens wordt er weer verteld dat het een project was om bij een Russische atoomaanval met lange

afstandsraketten de computers toch te laten doorwerken. Dat is echt onzin. De werkelijke drijfveer was

een te beperkt computerbudget om een netwerk op te zetten." Leonard Kleinrock van de University of Calfornia, kreeg rond 1969 zo veel verzoeken van onderzoeksgroepen voor eigen computers dat zijn budget te krap werd. Hij kwam met het idee om de computers onder te brengen in een netwerk, zodat de onderzoekers in Los Angeles en Stanford van elkaars capaciteit gebruik konden maken." Dit werd het Arpanet, de eerste vorm van internet. Kleinrock maakte wel deel uit van het militaire onderzoeksinstituut Darpa, gefinancierd door het Pentagon. Aan dit Arpanet werd ook meebetaald vanuit Amerikaans onderzoek van de National Science Foundation en kernenergie-instituten. Dick Bulterman, vanaf begin 1988 de chef van de computergroep van Beertema, Karrenberg en Akkerhuis, benadrukt juist de militaire oorsprong. "Darpa heeft ontzettend veel geld geïnvesteerd in het 11 internetproject en het Pentagon deed dat niet uit liefdadigheid. Het kunnen doorstaan van een aanval met behulp van een netwerk was vanaf het begin altijd een principiële doelstelling."

Eind 1969 was dat eerste deel internet opgetuigd, maar pas drie jaar later werd het bekend tijdens een

computercongres, tegelijkertijd met de uitvinding van e-mail als toepassing. In 1972 werd besloten dat

het netwerk open moest zijn. De term daarvoor: 'Internetting'. De internetgeschiedenis overziend waren de eigenlijke drijfveren overwegend puur technisch van aard.

Kleinrock vond in 1961 uit dat dataverkeer over telefoonlijnen beter mogelijk was in pakketjes, dan in

vloeiend verkeer zoals telefonie tot dan toe. Om die reden mocht hij de eerste aansluiting maken. De

militair-strategische optie van het overleven van een aanval kwam op in de jaren zestig. 'Rusland' was

geen oorzaak, wel een motivatie voor financiering, zo tonen stukken aan.

Europa moest wachten

Geestig is dat juist het militaire Darpa, in de persoon van Robert Kahn - een jaar later samenwerkend

met de bekendste 'uitvinder van internet ' Vint Cerf - besloot dat 'Internetting' open moest worden. Elk

systeem in de wereld moest kunnen aansluiten. In het kader van de hedendaagse spionage een boeiend vraagstuk: hadden de Amerikanen toen reeds voor ogen dat ze alle verkeer zouden kunnen inzien?

Waarschijnlijk niet. Immers, ze lieten Europa wachten op open aansluitingen. Volgens Akkerhuis was de

mededeling aan collega Beertema van 17 november 1988 in feite de politieke toestemming van de VS: de verbinding lag er, nu werd die opengezet. "Plotseling mocht het toch van Amerika. Dat heeft jaren geduurd. Er waren ook problemen door de Koude Oorlog." De traagheid had ook een politiek-technische oorzaak. Hier in Europa wilden de overheden en PTTs per se andere standaarden invoeren en niet officieel gaan communiceren volgens de Amerikaanse TCP/IP standaard van internet." Voor de goede orde: noch in Amsterdam noch elders in Europa is ook maar iets van het internet

uitgevonden. Wel hadden CWI en andere instituten op het Science Park in 1983 het eerste grote interne

TCP/IP netwerk tussen hun computers. Dat bleef besloten, net als uiteraard het netwerk tussen computers voor kernonderzoek dat direct daarna is gebouwd op het Science Park

In 1986 vogelde Erik Huizer, als student aan de TU Delft, op eigen houtje een TCP/IP verbinding tussen

twee computers in elkaar. Vanaf 1989 groeide hij uit tot de belangrijkste internetman in Nederland, nu

nog als internetprofessor aan de Universiteit Utrecht. EUnet, met Amsterdam als centrum, was ook een gevolg van pionieren. Het was te danken aan Teus Hagen, van 1975 tot 1985 chef van de computergroep van het CWI, voorzitter van de Unix- gebruikersclub NLUUG en Europese overkoepeling EUUG. Hij wist in april 1982 tijdens een vergadering van de Europese Unix-clubs in Parijs het CWI in Amsterdam als centrum naar voren te schuiven. De Unix-systemen gingen een officiële Europese verbinding aan en noemden dat EUnet. De nationale onderdelen kregen pas later eigen namen, zoals NLnet voor Nederland. Ook omdat andere landen, als Engeland, problemen vreesden met besturen van hun universiteiten, kon Hagen Amsterdam tot centrum maken. Hij is de eerste internetpionier in Nederland. Beertema werkte in

zijn groep, net als Karrenberg en Akkerhuis. Eind jaren zeventig had Hagen op het CWI het eerste Unix-

systeem in Europa opgetuigd. Het CWI was toen al - onder de naam Mathematisch Centrum - een eigenwijze club. Bulterman, de opvolger van Hagen: "Het CWI is een verzameling van zelfstandige ondernemers op intellectueel gebied die allen hun eigen groepje om zich heen hebben. Met een ongekende mate van vrijheid. Daarom is het geen toeval dat het CWI met de Europese netwerken zo'n vooraanstaande rol kon

spelen. Dat vereist een initiatiefrijke omgeving die als professioneel en betrouwbaar wordt erkend door

quotesdbs_dbs1.pdfusesText_1
[PDF] internet definition pdf

[PDF] internet et ses principaux services

[PDF] internet et ses services pdf

[PDF] internet satellite temporaire

[PDF] interpolation polynomiale exo7

[PDF] interpolation polynomiale newton exercices corrigés

[PDF] interpolation polynomiale pdf

[PDF] interpretacion articulos constitucion politica peru

[PDF] interpretacion del tat

[PDF] interprétation antifongigramme

[PDF] interprétation d'une courbe granulométrique

[PDF] interprétation de la joconde

[PDF] interpretation des examens biologiques pdf

[PDF] interpretation resultat hepatite b

[PDF] interrogation produit scalaire 1s