[PDF] VERBES IRREGULIERS En néerlandais certains verbes

View - Download VERBES IRREGULIERS

Previous PDF

Next PDF

© 2003-2004 Enseignement à Distance de la Communauté française

VVEERRBBEESS IIRRRREEGGUULLIIEERRSS

En néerlandais, certains verbes courants ont une conjugaison irrégulière. Cette liste les reprend dans l'ordre

alphabétique.

La plupart des verbes se conjuguent avec hebben aux temps composés. Ceux qui sont accompagnés de la

mention (zijn) se conjuguent avec l'auxiliaire zijn. Certains verbes se conjuguent avec " zijn » ou " hebben »,

selon le contexte. C'est le cas notamment de ceux qui expriment un mouvement.

Prétérit (singulier-

pluriel)Participe passé Traduction bbaakkkkeenn bakte - bakten gebakken cuirebb ee dd rr ii ee gg ee nn bedroog - bedrogen bedrogen tromper bb ee gg ii nn nn ee nn begon - begonnen begonnen (zijn) commencer bb ee gg rr ii jj pp ee nn begreep - begrepen begrepen comprendre bb ee ss cc hh rr ii jj vv ee nn beschreef - beschreven beschreven décrire bb ee ss ll uu i i tt ee nn besloot - besloten besloten décider, conclurebb ee ss tt aa aa nn bestond - bestonden bestaan exister bb ee ww ee gg ee nn bewoog - bewogen bewogen bouger bb ee zz oo ee kk ee nn bezocht - bezochten bezocht visiter bb ii ee dd ee nn bood - boden geboden offrir bb ii jj tt ee nn beet - beten gebeten mordre bb ii nn dd ee nn bond - bonden gebonden lierbb ll aa zz ee nn blies - bliezen geblazen souffler bb ll ii jj vv ee nn bleef - bleven gebleven (zijn) rester bb rr ee kk ee nn brak - braken gebroken casser, briser bb rr ee nn gg ee nn bracht - brachten gebracht apporter bb uu ii gg ee nn boog - bogen gebogen courber dd ee nn kk ee nn dacht - dachten gedacht penser dd oo ee nn deed - deden gedaan faire d d rr aa gg ee nn droeg - droegen gedragen porterdd rr ii nn kk ee nn dronk - dronken gedronken boire dd uu ii kk ee nn dook - doken gedoken (zijn/hebben) plonger ee tt ee nn at - aten gegeten manger ff ll uu ii tt ee nn floot - floten gefloten siffler gg aa aa nn ging - gingen gegaan (zijn) aller gg ee nn ee zz ee nn genas - genazen genezen guérir gg ee nn ii ee tt ee nn genoot - genoten genoten profiter, jouirgg ee vv ee nn gaf - gaven gegeven donner gg ii ee tt ee nn goot - goten gegoten verser gg rr ii jj pp ee nn greep - grepen gegrepen saisir hh aa nn gg ee nn hing - hingen gehangen (sus)pendre hh ee bb bb ee nn had - hadden gehad avoir hh ee ll pp ee nn hielp - hielpen geholpen aiderhh ee tt ee nn heette - heetten geheten s'appeler hh oo uu dd ee nn hield - hielden gehouden tenir kk ii ee zz ee nn koos - kozen gekozen choisir kk ii jj kk ee nn keek - keken gekeken regarder kk ll ii mm mm ee nn klom - klommen geklommen (zijn/hebben) grimper kk oo mm ee nn kwam - kwamen gekomen (zijn) venir kk oo pp ee nn kocht - kochten gekocht acheterkk rr ii jj gg ee nn kreeg - kregen gekregen recevoir kk rr uu ii pp ee nn kroop - kropen gekropen (zijn/hebben) ramper kk uu nn nn ee nn kon - konden gekund pouvoir (capacité) ll aa cc hh ee nn lachte - lachten gelachen rire ll aa dd ee nn laadde - laadden geladen charger ll aa tt ee nn liet - lieten gelaten laisser, faire

Verbes irréguliers en néerlandais2

© 2003-2004 Enseignement à Distance de la Communauté Française lleezzeenn las - lazen gelezen lire lliieeggeenn loog - logen gelogen mentir lliiggggeenn lag - lagen gelegen être couché, se trouver lliijjddeenn leed - leden geleden souffrir lliijjkkeenn leek - leken geleken sembler, ressembler llooppeenn liep - liepen gelopen (zijn/hebben) courir mmeetteenn mat - maten gemeten mesurer mmooeetteenn moest - moesten gemoeten devoir mmooggeenn mocht - mochten gemogen pouvoir (autorisation) nneemmeenn nam - namen genomen prendre oonnttbbiijjtteenn ontbeet - ontbeten ontbeten prendre le petit-déjeuner oonnttvvaannggeenn ontving - ontvingen ontvangen recevoir rraaddeenn raadde - raadden geraden deviner rriijjddeenn reed - reden gereden (zijn/hebben) rouler rrooeeppeenn riep - riepen geroepen crier rruuiikkeenn rook - roken geroken sentir (odorat) sscchheennkkeenn schonk - schonken geschonken offrir sscchheerreenn schoor - schoren geschoren raser sscchhiieetteenn schoot - schoten geschoten tirer (arme à feu) sscchhiijjnneenn scheen - schenen geschenen briller, sembler sscchhrriijjvveenn schreef - schreven geschreven écrire sscchhrriikkkkeenn schrok - schrokken geschrokken (zijn) s'effrayer ssllaaaann sloeg - sloegen geslagen frapper ssllaappeenn sliep - sliepen geslapen dormir sslluuiitteenn sloot - sloten gesloten fermer ssnniijjddeenn sneed - sneden gesneden couper ssppiijjtteenn het speet (me) het heeft (me) gespeten être désolé, regretter sspprreekkeenn sprak - spraken gesproken parler sspprriinnggeenn sprong - sprongen gesprongen (zijn/hebben) sauter ssttaaaann stond - stonden gestaan être debout, se trouver sstteekkeenn stak - staken gestoken piquer, mettre sstteelleenn stal - stalen gestolen voler, dérober sstteerrvveenn stierf - stierven gestorven (zijn) mourir ssttiijjggeenn steeg - stegen gestegen (zijn) augmenter, monter ssttrriijjkkeenn streek - streken gestreken repasser ttrreeffffeenn trof - troffen getroffen toucher ttrreekkkkeenn trok - trokken getrokken tirer vvaalllleenn viel - vielen gevallen (zijn) tomber vvaannggeenn ving - vingen gevangen attraper vvaarreenn voer - voeren gevaren (zijn/hebben) naviguer vveecchhtteenn vocht - vochten gevochten se battre vveerrbbeerrggeenn verborg - verborgen verborgen cacher vveerrbbiieeddeenn verbood - verboden verboden interdire vveerrbbiinnddeenn verbond - verbonden verbonden relier vveerrbblliijjvveenn verbleef - verbleven verbleven séjourner vveerrddwwiijjnneenn verdween - verdwenen verdwenen (zijn) disparaître vveerrggeelliijjkkeenn vergeleek - vergeleken vergeleken comparer vveerrggeetteenn vergat - vergaten vergeten (zijn/hebben) oublier vveerrkkooppeenn verkocht - verkochten verkocht vendre vveerrllaatteenn verliet - verlieten verlaten quitter vveerrlliieezzeenn veloor - verloren verloren perdre vveerrsscchhiijjnneenn verscheen - verschenen verschenen (zijn) apparaître vveerrsslliijjtteenn versleet - versleten versleten user vveerrsslliinnddeenn verslond - verslonden verslonden dévorer vveerrssttaaaann verstond - verstonden verstaan comprendre vveerrttrreekkkkeenn vertrok - vertrokken vertrokken (zijn) partir vveerrzzeennddeenn verzond - verzonden verzonden envoyer vveerrzziinnnneenn verzon - verzonnen verzonnen imaginer vviinnddeenn vond - vonden gevonden trouver vvlliieeggeenn vloog - vlogen gevlogen (zijn/hebben) voler, aller en avion

Verbes irréguliers en néerlandais3

© 2003-2004 Enseignement à Distance de la Communauté Française vvoooorrzziieenn voorzag - voorzagen voorzien prévoir vvrraaggeenn vroeg - vroegen gevraagd demander vvrriieezzeenn vroor - vroren gevroren geler wwaasssseenn waste - wasten gewassen laver wweeggeenn woog - wogen gewogen peser wweerrppeenn wierp - wierpen geworpen lancer, jeter wweetteenn wist - wisten geweten savoir wwiijjzzeenn wees - wezen gewezen montrer wwiilllleenn wilde / wou - wilden gewild vouloir wwoorrddeenn werd - werden geworden (zijn) devenir zzeeggggeenn zei / zegde - zeiden gezegd dire zzeennddeenn zond - zonden gezonden envoyer zziieenn zag - zagen gezien voir zziijjnn was - waren geweest (zijn) être zziinnggeenn zong - zongen gezongen chanter zziitttteenn zat - zaten gezeten être assis zzooeekkeenn zocht - zochten gezocht chercher zzuulllleenn zou - zouden - auxiliaire du futur zzwweemmmmeenn zwom - zwommen gezwommen (zijn/hebben) nager zzwwiijjggeenn zweeg - zwegen gezwegen se tairequotesdbs_dbs8.pdfusesText_14

[PDF] verbes réguliers néerlandais

[PDF] liste de verbes réguliers en néerlandais

[PDF] accord du participe passé avec avoir et pronom personnel

[PDF] leçon sur le présent de lindicatif pdf

[PDF] exercices sur le présent de lindicatif pdf

[PDF] les difficultés du présent de l indicatif

[PDF] conjugaison des verbes du premier groupe pdf

[PDF] exercices sur les temps simples et les temps composés de l'indicatif

[PDF] exercices temps composés cm2 ? imprimer

[PDF] temps simple et temps composé exercices 5eme

[PDF] verbe ser en espagnol

[PDF] venir en pretérito

[PDF] verbe llamarse en espagnol

[PDF] ir preterito perfecto

[PDF] ser futuro